In maart en april worden steevast de belangrijkste beslissingen genomen in een voetbalclub. Jeugdtrainers maken compositietekeningen voor de selecties van volgend seizoen. Er vallen spelers af en er worden nieuwe talenten aangetrokken. Ook de trainerscarrousel draait in deze periode volop. Bovendien besluiten clubs over het aanbieden van contracten. Laat daar nou net onrust over aan het ontstaan. Twee grote vijftienjarige talenten uit de jeugd van Ajax hebben namelijk te horen gekregen dat ze niet direct op hun verjaardag een contract onder de neus krijgen.

Vijftien jaar

Het blijkt voldoende aanleiding te zijn om in de media een hetze te starten. Daar wil ik me liever niet in mengen. Die jongens zijn namelijk pas vijftien jaar oud en dan moet je gewoon kind kunnen zijn. Dergelijke spelers moet je niet opzadelen met het predicaat toptalent, dat als een molensteen om hun nek kan gaan hangen. Geen polonaise aan het lijf van eerstejaars B-junioren, wat mij betreft. Bij jeugdwedstrijden en trainingen van Ajax-jeugd valt genoeg te genieten, maar dat hoef je niet aan de grote klok te hangen. Deze spelers in de media onderdeel maken van een conflict, grenst wat mij betreft zelfs aan het onethische.

Er gebeurt namelijk al meer dan genoeg in het leven van een vijftienjarige. Je komt echt in de puberteit terecht, met alle gemakken en ongemakken van dien. Het is een onzekere tijd, waarin er zowel fysiek als mentaal veel met je gebeurt.

Voor een jonge voetballer geldt dat in extreme mate. De buitenwereld zet je op een voetstuk, wat behalve voor hoge verwachtingen ook zorgt voor verleidingen. De biografie van Andy van der Meyde biedt wat dat laatste betreft een mooi inkijkje. De groeispurt is voor een jonge voetballer vaak een breekpunt in een carrière. Alles wat motorisch voor de groeispurt zo gebruikelijk was geweest, lukt daarna opeens niet meer. Als je net op dat moment een dik contract getekend hebt en door de buitenwereld gezien wordt als toptalent, leidt dat tot grote onzekerheid.

Nieuwe superster

De puberteit – en de bijbehorende groeispurt –  zorgt ervoor dat het erg lastig is om in te schatten of een speler van vijftien jaar of jonger het gaat redden in het profvoetbal. Zo’n tien jaar geleden schreef de auteur die nu ophef maakt over deze contracten een artikel, waarin hij Youssouf Hersi tipte als nieuwe superster. Inmiddels speelt hij voor de Western Sydney Wanderers. Het kan dus verkeren.

Eén voorbeeld zegt niets, dus noem ik nu de topscorers van de laatste tien WK’s voor spelers onder zeventien jaar op. Komen ze: Wilson Oruma, Mohamed Al-Khatirri, Daniel Alsopp, David Rodriquez-Fraile, Ishmael Addo, Florent Sinama-Pongolle, Carlos Hidalgo, Manuel Curto, Cesc Fabrégas, Carlos Vela, Macauley Chrisantus, Sani Emmanuel, Haris Seferovic, Sebastian Gallegos, Borja en Souleymane Coulibaly. Van deze zestien spelers speelt alleen Fabrégas regelmatig mee bij een topclub. De rest maakte hun belofte nooit waar. Enkelen zijn zelfs al gestopt met voetbal.

Prestaties in de jeugd zeggen dus vrij weinig over prestaties als professional. Onderstaand fimpje geeft wat dat betreft een mooi inzicht. De crux zit hem erin om potentieel te scheiden van prestaties.

[yframe url=’http://www.youtube.com/watch?v=VfgmIEBZG3A’]

Dat een speler in de B1 de beste is, zegt niets over zijn kansen om over een aantal jaar in het eerste elftal ook de beste te zijn. Spelers op basis van prestaties in jeugdwedstrijden een vorstelijk contract voorleggen, is niet veel anders dan geld in een gokkast stoppen. Soms win je de jackpot, maar meestal verlies je.

Ratrace

Toch is een ratrace gaande in de voetbalwereld op zoek naar jong talent. Spelers worden steeds jonger gescout en binnengehaald. Daarin maken de clubs elkaar gek. Het begint met een club die spelers op zeventienjarige leeftijd gaat binnenhalen. Daarna volgen spelers van zestien en ondertussen jagen verschillende clubs vaak al op handtekeningen van spelers onder de tien jaar.  De kosten van het aantrekken van jonge buitenlanders zijn vaak relatief laag, waardoor het financieel uit kan om ieder jaar tien jeugdspelers binnen te halen. Als één speler het haalt, dan heb je kosten er namelijk al uit.

De jeugdspelers die beïnvloed worden tussen clubs, zaakwaarnemers en hebberige ouders zijn over het algemeen de slachtoffers. Ze zijn verworden tot handelswaar. Het gros van de spelers keert na een mislukt avontuur weer terug naar hun vaderland. Het verdiende geld is dan vaak al verspild, een opleiding buiten het voetbal hebben ze niet en de buitenwereld die hen altijd heeft toegejuicht, ziet hen plots niet meer staan.

Deze tragiek was voor de FIFA voldoende reden om aan de noodrem te trekken. Jeugdtransfers voor spelers onder de achttien jaar werden in de gehele wereld verboden, al proberen veel clubs misbruik te maken van de mazen in die wet. Het grootste probleem ligt echter bij de UEFA, die transfers van spelers boven de zestien jaar binnen de EU niet kan verbieden. Al jaren geleden is deze situatie aangekaart bij de Europese commissie, maar die voelt er vooralsnog weinig voor een uitzondering te maken voor de voetbalwereld.

Ajax is helemaal klaar met deze ratrace en trekt hardhandig aan de noodrem. De club beseft dat wanneer ze spelers direct op hun zestiende een contract aanbieden – om buitenlandse clubs af te weren – in feite het systeem in stand houden. Je geeft daarmee namelijk een vrijbrief af aan zaakwaarnemers om in jouw opleiding te gaan kijken naar spelers van veertien of vijftien jaar. Over een jaar is de makelaar namelijk al verzekerd van een fee bij het tekenen van het eerste contract.

Ajax probeert te ontkomen aan de wurggreep waarin clubs elkaar houden. Clubs halen spelers jong weg. Zaakwaarnemers anticiperen hierop door spelers steeds vroeger te strikken. Andere clubs proberen zich tegen het roven van jeugdspelers te beschermen door ze sneller een contract aan te bieden. Gevolg: zaakwaarnemers en clubs gaan op nog jongere leeftijd scouten naar talent.

Voor Ajax is het tot hier en niet verder. Als een speler heeft aangetoond de stap naar de A-junioren of Jong Ajax te kunnen maken, dan biedt Ajax die speler een contract aan, zoals een week geleden met zes spelers uit de generatie 1996 gebeurde. Spelers op hun zestiende verjaardag contracten aanbieden uit angst doet het technisch hart echter niet meer. Je krijgt een contract wanneer je dat verdient en niet eerder, omdat de buitenwereld dat verlangt. Jeugdvoetbal moet bij de Amsterdammers weer gaan draaien om plezier en ontwikkeling, in plaats van opgeblazen ego’s en geld.

Hypocriet

Een nobel en idealistisch streven, maar het oogt behoorlijk hypocriet dat de club zelf ook in heel Europa spelers wegplukt. In het geval van Cerny en Meleg kregen deze spelers al een contract aangeboden voor ze volgens de regels een overstap mochten maken. In beide gevallen was er ook nog eens een dubieuze zaakwaarnemer in het spel betrokken.

Ajax verdedigt zich door te stellen dat het zich aan de regels houdt. Bovendien gaan de Amsterdammers er prat op buitenlandse spelers de optimale begeleiding te bieden. Een komst naar de Toekomst zou een goede investering zijn op voetbaltechnisch gebied. Dat beweren Chelsea en Manchester City echter net zo goed.

Buitenlanders Ajax

Bovenstaande tabel van spelers die op jonge leeftijd (onder achttien) de overstap maakten van het buitenland naar Ajax ondersteunt feitelijk echter de bewering van Ajax. Van de zeventien spelers groeiden er twaalf uit tot international, terwijl Lucas Andersen en Stefan Marinkovic nog steeds een reële kans hebben ooit de kleuren van hun land te verdedigen. Elf van de zeventien talenten speelden bovendien in het shirt van Ajax. De spelers die het in Amsterdam niet wisten te redden, wisten elders in het profvoetbal wel hun plaats te vinden. De enige twee spelers die momenteel niet op het hoogste niveau speelt (Per Weihrauch en Tom de Mul) besloten ironisch genoeg op jonge leeftijd de overstap naar Chelsea en Sevilla te maken.

Ontwikkeling

Ajax legt alle jonge spelers een glashelder verhaal voor. Ze investeren maximaal in de begeleiding van de ontwikkeling van het talent, maar een talent hoeft niet direct op een profcontract te rekenen. Tot hun 23e garandeert het technisch hart de speler optimale begeleiding en daarna is er nog voldoende kans om bij een Europese topclub financieel binnen te lopen. Als de desbetreffende speler liever nu voor het geld kiest, dan staat het hem vrij om te gaan.

Het is het klassieke dilemma dat al bij kinderen getest wordt. Wil je nu één snoepje of over een uur drie snoepjes? Om het optimale resultaat te behalen, moet je in staat zijn de verleiding om direct te incasseren te weerstaan. Het blijkt dat dergelijke testen veel zeggen over de mentaliteit van een kind. Met hun statement geeft Ajax in feite aan dat ze de kinderen die direct het snoepje willen, überhaupt niet willen hebben. In de praktijk van het voetbal staan er echter mensen rondom het kind die schreeuwen dat hij direct het snoepje moet pakken.

Vertrokken jeugd Ajax

De omgeving van de speler zou echter beter moeten weten. Als je kijkt naar jeugdspelers die voor hun debuut bij Ajax vertrokken zijn, dan krijg je namelijk een pijnlijk overzicht van in de knop gebroken carrières. De meeste spelers kwamen niet of nauwelijks uit voor de club waar ze naartoe vertrokken. Slechts twee spelers groeiden uit tot international: voor Marokko en Ghana. Zelfs als geld je enige motief is, kan je beter in Amsterdam blijven, want een vroege stap naar het buitenland is alles behalve een garantie voor succes.

Ironisch genoeg is James Efmorfidis na mislukte avonturen bij Real Madrid en FC Barcelona inmiddels weer terug op de Toekomst. Hij zit in dezelfde kleedkamer als de spelers die nu nog geen contract aangeboden hebben gekregen en overwegen te vertrekken.

Over-justification

Een ander groot gevaar voor jeugdspelers die vroeg een contract aangeboden krijgen, is iets wat ze in de sociale psychologie over-justification noemen. Dit treedt op als iemand een bepaalde taak uitvoert vanuit intrinsieke motivatie, maar hier plots een beloning voor krijgt. Hierdoor wordt de intrinsieke motivatie vervangen door een extrinsieke. Als die extrinsieke prikkel niet blijft toenemen, dan gaat dat vervelen en valt uiteindelijk de motivatie weg.

Dat is precies wat er kan gebeuren met een jeugdspeler die plots een fors contract onder zijn neus krijgt. Plots voetbalt hij niet meer voor zijn plezier en zijn ontwikkeling, maar ook voor het geld. Het risico bestaat dat ze vervolgens de kantjes ervan af gaan lopen en het heilige vuur verdwijnt.

Maximale lengte contract

Er is ook een praktisch argument om spelers niet direct een jeugdcontract aan te bieden. Een eerste contract mag namelijk slechts drie jaar duren. Hoe vervelend dat is, bleek nog niet zolang geleden bij Ouasim Bouy. Bij de afloop van zijn contract hing hij nog tussen de A1 en het eerste elftal in, waardoor het opwaarderen en verlengen van zijn contract geen automatisme is. Had je hem pas op zijn zeventiende vastgelegd, dan had hij bij afloop van zijn contract waarschijnlijk al in het eerste elftal gespeeld en had je hem moeiteloos langer kunnen vastleggen. De speler zelf is vlak na zijn debuut namelijk tevreden en hetzelfde geldt voor de technische staf, anders hadden ze hem niet laten debuteren.

Viktor Fischer is wat dat betreft een mooi voorbeeld. Hij tekende op zijn zeventiende voor drie jaar en kreeg na zijn debuut een contract voorgeschoteld tot 2017, waardoor Ajax hem als het wil tot zijn 23e in Amsterdam kan houden.

Toekomst

Ajax is op vele punten in de opleiding een nieuwe weg ingeslagen en heeft dat nu ook met jeugdcontracten gedaan. Verandering was noodzakelijk, want als je doet wat je deed, dan zul je altijd krijgen wat je kreeg. Ajax wil echter vooruit. Tegelijkertijd is niet iedere verandering een verbetering.

Tussen genialiteit en krankzinnigheid zit vaak een flinterdun laagje. Waar iedereen de geëffende paden bewandeld, kiest het technisch hart voor een bergpad. De focus ligt op de top, maar één misstap kan een val in de diepe afgrond betekenen. Als de nieuwe filosofie met contracten ervoor zorgt dat buitenlandse clubs de jeugdselecties van Ajax afromen en slechts middelmaat overblijft, dan kan dit die fatale misstap zijn. Je kunt namelijk nog zoveel investeren in de optimale begeleiding: van een eenvoudige steen zul je nooit een diamant kunnen maken. Het idee van contracten is in essentie zeer sympathiek, maar het is de vraag hoever je komt met sympathie in de keiharde voetbalwereld.