Omdat er toevallig een piepjonge, Vlaamse Marokkaan op de vleugels flitste, zagen de voetbalgewetens van Nederland de aanstaande kampioen aan het werk. De titel gaat dit jaar naar Eindhoven, zeker weten. Dat de opponenten waartegen Zakaria Bakkali excelleert flink om talent verlegen zitten, doet er niet toe. Zo zitten wij Nederlanders nou eenmaal in elkaar. We houden van ophemelen en dit leidt al snel tot opportunisme neigend naar naïviteit. Een kleine acht maanden later oreert Frank de Boer voor de zoemende camera’s van Ajax TV: “We hebben nog niks.” De grijns en de veelzeggende knipoog doen de rest. Iedereen weet dat daar zeer spoedig verandering in komt. Hij flikt het weer.

Een weinig sprankelend maar degelijk Eredivisieseizoen heeft er namelijk voor gezorgd dat de Amsterdammers gewoon fier aan kop staan. Een seizoen waarin alleskunner Lasse Schöne de ploeg vaak te hulp schiet, waarin Cillessen aantoont betrouwbaarder te zijn dan collega Vermeer, waarin een 17-jarige debutant Roda JC in tien minuten over de knie legt, waarin de positiewisseling van Daley Blind zoonlief definitief uit de schaduw van senior doet stappen, waarin Joël Veltman twee keer zijn contract verlengt en waarin Ricardo Kishna aan de Amsterdamse woordenschat is toegevoegd.

Het is dus wéér een jaar van het collectief. Geen Suarez-achtige spits die doelpunten begeert als Marc Overmars een gemiddelde euro. Nee, de doelpunten moesten dit jaar komen van voormalig wonderkind Bojan, IJslandse nummer 9 Sigthórsson en de immer goed gesoigneerde Viktor Fischer. Het trio kon de hoge verwachtingen nimmer waarmaken, getuige de vijftien treffers. De ranglijst wordt er niet door beïnvloed, omdat er andere spelers zijn die de doelpuntenschaarste compenseren. Neem de nuchtere Davy Klaassen. Het ruimtelijk inzicht van de blonde Ajacied is uitmuntend, wat ook niet anders kan met een tien voor je eindexamen wiskunde. In het veld komt dit goed van pas: de jonge Hilversummer beleeft zijn hoogtepunt met een drieklapper tegen NAC. Tot nu toe staat het talent op het verdienstelijke aantal van tien goals. Pechvogel Siem de Jong kwam deze jaargang toch ook weer tot zeven doelpunten uit achttien wedstrijden.

Na jaren van een hoofdstedelijke prijzendroogte, is dit dus titel nummer vier in successie. Kan niet beter, toch? Maar mensen willen altijd meer, beter, sneller en vooral mooier. Waarom eigenlijk? Een trainer die in het verleden – volgens de kenners – wél voor spektakel zorgde in de ArenA, heeft zijn koffer mogen pakken bij degradatiekandidaat Fulham en hoopt momenteel op een uitverkiezing van de Griekse voetbalbond. Doe mij dan maar een degelijk Ajax.

De 1-0 zege van Granada op Barcelona heeft Frank de Boer weer een duwtje richting Catalonië gegeven. Het is niet te hopen, want inmiddels wordt al naar volgend voetbaljaar toegewerkt om waar mogelijk het Amsterdamse fundament te versterken. Richairo Zivkovic krijgt alle tijd en ruimte om uit te groeien tot de topscorer die Ajax al jaren mist, een rechtsbuiten wordt gezocht en zelfs Rafael van der Vaart keert mogelijk terug naar huis. Allemaal om nog één wens van Koning Frank in vervulling te laten gaan: overwinteren in de Champions League. Dat dit voorgaande jaren nog niet is gelukt, is mede te danken aan een slechtziende arbiter, een op de lachspieren werkende loting en een offday in Schotland. Volgend jaar moet het gebeuren.

Iets waar ze in Eindhoven alleen van kunnen dromen. Sterker nog, PSV is allesbehalve verzekerd van Europa League-voetbal en Bakkali analyseert tegenwoordig de wedstrijden vanaf de bank. Het kan toch gek lopen. De voetbalexperts krabbelen schoorvoetend terug, Ajax is weer kampioen. Ze noemen ons slaapverwekkend, ze noemen ons lucky, ze noemen ons arrogant. Maar we zijn bovenal beter dan de rest. Al 33 keer. Dat is het heerlijke van Ajacied zijn.