Het gaat goed met Ajax. De competitie is weer hervat en de Amsterdammers staan fier bovenaan. Vitesse lijkt nu al te kampen met symptomen van kampioensstress en Feyenoord heeft te veel moeite met de mindere goden. FC Twente is ook een mogelijke bedreiging, maar op de één of andere manier zie ik ze straks niet met de schaal staan. Het schimmenspel rond ‘assistent’ Alfred Schreuder en ‘hoofdcoach’ Michel Jansen draagt hier mogelijk aan bij, want wie moet ik, met frisse tegenzin weliswaar, nu visualiseren met de prijs? Ik weet het niet. Bij Ajax gaat dat inbeelden wat makkelijker: succescoach Frank de Boer die het publiek opzweept met het zilverwerk stevig in beide handen geklemd. Het is meer regel dan uitzondering. Onder De Boer lijkt werkelijk niks onmogelijk. Het jochie uit Grootebroek blijkt de remedie voor alle Amsterdamse kwaaltjes. Zijn nuchtere karakter helpt hem overleven in de soms zo rumoerige slangenkuil, zijn perfectionisme dwingt de spelers nooit te verzaken en zijn financiële onafhankelijkheid zet emotie-management buitenspel. De Boer is het medicijn waar Ajax naarstig naar op zoek was.

Mijn maag draait zich om als ik me de periode na De Boer voorstel. Hoe moet het verder? Laten we het in ieder geval koesteren dat deze sympathieke kampioenenmaker bij ons coach is geweest. Want hoe anders was het gelopen als hij geen trainer was geworden? Stel nou dat kleine Frank, respectabel lid van VV De Zouaven, ziek was geweest op de dag dat er een scout kwam kijken. Of de dag ervoor op het schoolplein zijn enkel had verzwikt. Dan had de talentspeurder zorgvuldig zijn blocnote opgeborgen in zijn lange regenjas en was hij teleurgesteld huiswaarts gekeerd. Hoe anders was het dan gelopen voor Ajax? Ik laat mijn fantasie de vrije loop.

Na het ontslag van Martin Jol in 2010 wordt er weer een zogenaamde wonderdokter aangesteld die de club aan die felbegeerde derde ster moet helpen. Met veel bombarie wordt Frank Rijkaard als de verlosser binnengehaald. Ondanks zijn zwakke prestaties bij het Turkse Galatasaray zijn de Amsterdamse fans dolbij met de aanstelling. Het enthousiasme neemt al snel af en de blamage in de ArenA tegen NAC (0-2) is de spreekwoordelijke druppel. Rik van den Boog verrast vriend en vijand door Guus Hiddink te verleiden, maar ook de people-manager uit Varsseveld slaagt er niet in de hoofdstedelijke prijzenhonger te stillen. Ajax wacht inmiddels al acht jaar op zijn titel en het leedvermaak uit Eindhoven en Rotterdam is bijna ondragelijk. Een titel is geen wens meer, maar bittere noodzaak. Waar de media inzetten op André Villas-Boas, verlaat Louis van Gaal Bayern München om zijn oude liefde de helpende hand te bieden. “De cirkel is nu écht rond”, kopt de De Telegraaf. Van Gaal wint in twee jaar weliswaar de beker en de Johan Cruijff Schaal, maar zijn pedante mediaoptredens en zijn beschamende conflict met Ajax-vedette Daley Blind doen ook hem de das om. Al tien jaar geen kampioenschap in Amsterdam. Een regelrechte ramp.

Wat ben ik blij dat Frank die bewuste dag niet ziek was, dat zijn enkel gewoon in orde was en dat hij zichzelf in de kijker speelde bij díe ene man. De man die voor Ajax al zoveel betekend heeft, zorgde er ook voor dat onze huidige trainer ooit als jong jochie binnen kwam wandelen op De Toekomst. Mét dat jochie betraden drie opeenvolgende kampioenschappen als trainer, een gezonde financiële huishouding, handenvol talent én een overwinning op het grote Barcelona De Toekomst. Dat had zelfs meesterscout Jany van der Veen – ook ontdekker van Johan Cruijff – niet kunnen voorzien, toen hij aan de Raadhuislaan zo onder de indruk raakte van die linkspoot van VV De Zouaven.