Ajax heeft zondag voor het eerst sinds eind september weer eens een overwinning in de Eredivisie geboekt. De Amsterdammers leken na een 0-4 voorsprong op een ruime zege af te stevenen, maar moesten door slordig verdedigen in de slotfase toch weer een paar tegentreffers toestaan: 2-4. Viktor Fischer was met twee doelpunten en een assist de man van de wedstrijd.

Dat Ajax de rust haalde met elf spelers moest voor Frank de Boer haast een opluchting zijn. De coach moest voor aanvang van de wedstrijd al de ziek geworden Niklas Moisander vervangen en zag tijdens de eerste helft ook al snel Ryan Babel (schouder uit de kom) en Toby Alderweireld (spierblessure) uitvallen. De centrale verdediger was na iets meer dan tien minuten spelen nog wel verantwoordelijk geweest voor de openingstreffer. Christian Eriksen nam een goede corner, zoals wel vaker de laatste tijd, en stelde de Belg in de gelegenheid om de bal na een gelukje van dichtbij in te tikken.

Ajax hield het tempo hoog en kreeg van PEC Zwolle de ruimte om gevaarlijk te worden. De promovendus hield zich in het eerste bedrijf voornamelijk op aan de eigen kant van het veld. De piepjonge Amsterdamse defensie had daardoor niet al te veel te duchten van de tegenstander. Door het wegvallen van het centrale duo hadden Mitchell Dijks en Joël Veltman hun trainingspakken sneller dan verwacht op de bank achtergelaten.

De twee verdedigers waren echter niet de meest opvallende jongelingen. Viktor Fischer bekroonde zijn verrassende basisplaats binnen een half uur al met een doelpunt. Eriksen gaf het toptalent met een steekpass een niet te missen kans en zag zijn landgenoot doodeenvoudig met buitenkant rechts afronden. Met zijn eerste competitiegoal is de achttienjarige Fischer de jongste doelpuntenmaker voor Ajax sinds Babel.

Na de eerste helft leek er naast de personele problemen dus niks aan de hand voor de Amsterdammers. Direct na rust gooide de ploeg van Frank de Boer vervolgens de wedstrijd definitief in het slot. Derk Boerrigter stoomde aan de rechterkant van het strafschopgebied op, zag Fischer vrij staan en bediende de Deen uitstekend: 0-3.

PEC Zwolle probeerde in de fase hierna toch nog een doelpuntje mee te pikken en creëerde vooral door de beweeglijke Youness Mokhtar een paar mogelijkheden. Kenneth Vermeer stond met een aantal reddingen zijn mannetje, maar moest gemerkt hebben dat de concentratie achterin wat aan het verslappen was. Vlak voor tijd beroofde Zwolle de doelman dan toch van zijn clean sheet. In twee minuten tijd scoorden Denni Avdić en Jesper Drost, en leek het zowaar nog spannend te worden. Siem de Jong had even daarvoor op aangeven van Fischer de vierde Amsterdamse treffer gescoord, maar zag de grote marge dus al snel verdwijnen.

In de slotfase zette Zwolle nog even aan, maar kon het het verschil van twee doelpunten niet meer overbruggen. Ajax komt door de overwinning op 21 punten en kruipt door het gelijkspel tussen Vitesse en FC Twente weer iets dichter naar de koplopers toe.