De wekelijkse column van Remko van der Ploeg
Op 30 augustus 2012 werd bekend dat hij zijn contract bij TSG 1899 Hoffenheim had afgekocht. Een dag later maakte Marc Overmars bekend, dat hij het komende seizoen weer speler van Ajax was. Nee hè, dacht ik nog. Op diverse sites en op Twitter verschenen berichten met de teksten als “welkom thuis, Ryan”. Ik dacht het mijne ervan! Ik heb hem eigenlijk nooit een ‘Godenzoon’ gevonden.
Op 1 februari 2004 debuteerde hij in het eerste van Ajax. De nieuwe Kluivert werd hij in eerste instantie genoemd. Ik heb het nooit in hem kunnen ontdekken. Van 2004 tot 2007 was hij selectiespeler van Ajax1, in 111 wedstrijden wist hij 24 keer het net te vinden. Weinig indrukwekkende cijfers! Van centrumspits werd hij een linksbuiten, hij kon namelijk niet tippen aan de doelmatigheid van Klaas Jan Huntelaar. Hij mistte de techniek en de koelbloedigheid van een Kluivert met wie hij in de jeugd werd vergeleken. Zijn balaannames waren een ware ramp voor mijn ogen, zelfs met een bril op bleven ze van zijn voet springen. Als linksbuiten was hij voornamelijk snel. Maar vaak zo snel, dat hij vergat de bal mee te nemen. Of op een koddige manier over diezelfde bal te struikelen.
Hij was een linksbuiten met een rechterbeen, altijd maar naar binnen trekken en dan uithalen met rechts. Hij deed het uit alle hoeken en gaten en meestal verdwenen de schoten in de tweede ring of bij de andere cornervlag, het was om gek van te worden. Zijn schoten waren volgens zijn eigen zeggen ‘verdekt’ of anders gezegd vanuit de heup. Het zal wel, maar ze waren weinig effectief. Hij maakte deel uit van de selectie van Foppe de Haan die met jong Oranje in 2007 Europees kampioen werd. In de met 4-1 gewonnen finale tegen Servië werd hij uitgeroepen tot ‘Man of the Match’, ondanks dat hij een penalty mistte. Toen in de zomer van 2007 Liverpool het belachelijk hoge bedrag van 18 miljoen voor hem bood, dacht ik mooi, strik er omheen en cashen.
lees verder: www.remkovanderploeg.nl