Toen de 36-jarige André Ooijer vorige zomer neerstreek bij Ajax was er sprake van enige scepsis vanwege zijn leeftijd en PSV-verleden. Precies negen maanden later hebben die vooroordelen plaatsgemaakt voor respect en lijkt het alsof de geboren Amsterdammer nooit is weggeweest bij de club waar hij ooit begon.

Vooral zijn betrokkenheid bij de club die hij zeventien jaar geleden verliet valt op. Wie Ooijer tijdens en na de training aanschouwt, ziet namelijk een jongen die op zijn plaats is en die dolt met de medewerkers van de persvoorlichting, een praatje maakt met het horecapersoneel of een bak koffie drinkt bij de videoanalist.

,,Ik ben sowieso een sociale jongen en heb het heel erg goed naar mijn zin”, legt de routinier uit. ,,De rol die ik heb bevalt me gewoon heel goed. Met name omdat ik echt tot de selectie behoor en er moet staan als ik nodig ben. Verder voel ik dat ik door de groep wordt gewaardeerd. Ik ben ook heel erg trots op het komende ‘extra’ jaar, want Ajax is echt een heel mooie club”, doelt hij onder meer op zijn contractverlenging tot medio 2012.

Bovendien kan Ooijer zijn eerste seizoen op het oude nest nog steeds afsluiten met de dubbel als het tweeluik met FC Twente winnend wordt afgesloten. De bekerfinale van zondag tegen de Tukkers betekent voor de 55-voudig international zijn zevende finaleplaats in dienst van vier verschillende clubs. ,,Met Roda JC en PSV heb ik de beker een keer gewonnen”, graaft Ooijer in zijn geheugen. ,,Daarnaast heb ik met PSV drie keer de finale verloren – waarvan twee maal tegen Ajax – en één keer met FC Volendam.”

Vooral de prestatie met laatstgenoemde club is hem dierbaar. ,,Dat was mijn eerste seizoen in het betaalde voetbal. We hadden toen een geweldig seizoen en kwamen in de finale tegen Feyenoord zelfs nog op 1-1 door een verschrikkelijk mooie goal van André Wasiman. Uiteindelijk verloren we met 2-1. Het mooie was verder dat heel Volendam was uitgelopen.” Ook zijn eerste prijs in 1997 met Roda JC staat Ooijer nog helder voor de geest. ,,Dat was een mooie happening vanwege het publiek. De sfeer was echt geweldig met de supporters van Roda en Heerenveen die naast elkaar zaten.”

Hoewel de landstitel meer aanzien geniet ziet de verdediger de nationale beker absoluut niet als een troostprijs. ,,Die beker telt gewoon en moet je winnen”, laat hij niets aan duidelijkheid te wensen over. ,,Hiddink zei vroeger altijd tegen ons: elke prijs is er één. Die kast moet vol worden.”

Een week na de bekereindstrijd wachten Ooijer en zijn ploeggenoten de spannende apotheose in de competitie. In het slotduel met de Twentenaren is een zege voldoende voor de dertigste landstitel uit de clubgeschiedenis. Om deze prestatie te bereiken ziet de Ajacied een belangrijke rol weggelegd voor het publiek. ,,Het publiek moet die middag massaal achter Ajax gaan staan. Ook als het tegenzit en we bijvoorbeeld met 0-1 achter zouden komen. Het zweept ons namelijk op en we krijgen er extra kracht door. Op het moment dat de ArenA ontvlamt is de tegenstander toch onder de indruk. Ik ben er dan ook van overtuigd dat dat gaat gebeuren.” Aldus Ooijer tegenover Ajax.nl.

Foto: afdb.nl – Oscar