De wekelijkse column van Remko van der Ploeg

 

Het was de week van Louis van Gaal. Met een ogenschijnlijk onoverwinnelijke glimlach nam hij afscheid van de pers. Louis had het hem toch maar weer geflikt, hé heren van de pers. Dit leek hij te denken toen hij in gesprek was met ‘Hansie, Hansie’. Ik geef het toe, het valt niet mee om met deze overjarige puber in gesprek te zijn, zeker niet als je zo welbespraakt bent als ‘koning Louis’. Samen met zijn twee adjudanten heeft hij het Nederlands team toch maar mooi naar vier overwinningen geleid. Danny Blind, zijn mede Compaan in de coupe tegen Cruijff zit gemoedelijk naast hem in de dug-out en vist in de vijver van Louis qua uitspraken, of is dat gewoon een eigenschap van een ‘scholletje’. Patrick Kluivert is gewoon Patrick Kluivert, ook al zegt hij iets dan zegt hij eigenlijk helemaal niets.

Na ruim een week ‘eigenpijperij’ van Louis van Gaal was ik dus wel weer toe aan een nuchtere analyse van Frank de Boer over mijn Ajax. Ik was bekomen van het gelijke spel tegen FC Utrecht en de vernedering tegen Real Madrid. Want in de Champions League zijn we tot nu toe een figurant in de poule van de kampioenen. Ik kijk dus niet uit naar aankomende woensdag als het bij elkaar gekocht ensemble van Roberto Mancini naar Amsterdam komt. Achterin lopen spelers die hun mannetje staan zoals Kompany, Zabaleta, Kolo Touré en Maicon. Op het middenveld zwaaien Nasri, Barry, Silva en Yaya Touré de scepter, terwijl men voorin de keuze heeft uit Tévez, Agüero, Dzeko en Balotelli. Maar wat misschien nog wel belangrijker is, het team beschikt over de beste keeper van Engeland, Joe Hart is zijn naam. Wekelijks blinkt hij uit, konden wij als Ajacieden dat maar zeggen!

Er dreigt namelijk toch nog een ‘Louis van Gaal’ scenario in Amsterdam, na de mislukte coupe van vorig jaar. Op een koude avond in maart van het jaar 1993 viel namelijk het doek voor Stanley Menzo in het eerste van Ajax, na twee blunders in de uitwedstrijd tegen Auxerre. Edwin van der Sar was de nieuwe nummer 1 van Louis en niet zonder succes, zoals wij nu inmiddels weten. Edwin van der Sar was namelijk wel in staat om rustig te blijven als het er om ging. Hij was zowel in staat een bal in de tribune te schieten als een tegenstander uit te kappen en zijn backs in te spelen. Een terugspeelbal op van der Sar was een zekerheidje. Edwin heerste in zijn strafschopgebied en was katachtig op de lijn, maar vooral was hij de man die rust uitstraalde naar zijn teamgenoten waardoor die konden doen wat ze moesten doen en dat was goed voetballen.

lees verder: www.remkovanderploeg.nl